(door: Guido van de Wiel) In een vorig blog (coachingsvragen 1) passeerden al een aantal coachingsvragen de revue die op verschillende momenten in mijn loopbaan geholpen hebben om mijn vervolgkeuzes goed te maken. Het ging om vragen als:
- Wie ben ik, wat kan ik & wat wil ik versus wat doe ik nu?
- Waar ben ik?/ Ben ik op mijn plek?
- Waar zijn ‘wij’ (als mensheid), voor welke collectieve opdracht staan wij en wat wil ik daarin dan betekenen?
De vraag ‘waar zijn wij’ was een vraag die in letterlijke zin afgelopen zomervakantie nogal eens veranderde. Het viel mij op dat ‘op vakantie gaan’ zelf één van de sterkste vormen van contextsturing is. Wie op vakantie gaat, is niet bezig zichzelf te veranderen, maar door de radicaal andere omgeving en gaan mensen zich vrijwel automatisch anders gedragen. Vakantie creëert – net als coachingsvragen – afstand waardoor je automatisch andere dingen gaat zien. Verander het perspectief en je verandert de werkelijkheid. Ik ging ineens meer dingen zien, subtielere dingen, dingen zonder directe relevantie. Zo zag ik vanuit mijn hangmat in de verte een knagende eekhoorn aan de voet van een boom. Ik kon me niet voorstellen dat die observatie ooit enige relevantie zou kunnen krijgen om – bijvoorbeeld – in een column te eindigen.
Een vraag die mij ondertussen in die hangmat bezighield was: hoe ontwikkelen mensen eigenlijk? Want ons vak is dat van mensen ontwikkelen. Maar hoe gaat dat eigenlijk? Hoe veranderen mensen? En wanneer is er sprake van ontwikkeling? Als we meer weten? Als we meer kunnen? Als we beter weten wat we allemaal niet kunnen? Als we zicht krijgen op onze blinde vlek en onze disfunctionele patronen?
Een jaar of zeven geleden vroeg ik me af hoe het toch kwam dat ik zo goed onder hoge bomen kon groeien. Dat vond ik een wonderlijk patroon bij mezelf, want ik begreep donders goed dat die plek energetisch geen vruchtbare plek kon zijn. Onder hoge bomen is het immers moeilijk groeien. Een coach vroeg mij: wat sluit je uit door jezelf die vraag te stellen? Na enige tijd – en met wat hulp van zijn kant hoe ik die wedervraag moest toepassen op mijn vraagstuk – lukte het me een raak en kloppend antwoord te formuleren: ik sloot uit om zelf een hoge boom te worden of een hoge boom te zijn. Vanaf dat moment wist ik wat me te doen stond. Ik zou stoppen bij het gerenommeerde adviesbureau en zou gaan schrijven. En ik stopte daar en ik ging ook schrijven. Ik had mezelf weer ingesloten.
In de periode die volgde en waarin ik voor een aantal mensen hun artikel of boek op papier zette, kwamen er ook aanvragen op mijn pad die behoorlijk buiten mijn nieuwe scope lagen. Kon ik het? Ja, als ik me goed voorbereidde. Wilde ik het? Vanuit geldingsdrang misschien wel, maar diep in mijn hart wist ik: dat project of dat onderwerp, Guido, daar ben jij niet van. Niet alleen de vraag ‘Waar ben ik?’ mezelf stellen om te toetsen of ik me nog in een passende context bevindt, was van waarde. Ook de vraag ‘Waar ben ik van?’ bleek waardevol. Lukt het niet om die vraag direct te beantwoorden, dan helpen de vragen: ‘Krijg ik hier energie van of kost dit mij energie?’ en ‘Waar wil ik zelf graag aan bijdragen?’ Met de antwoorden op die vragen als leidraad kan ik inmiddels veel nauwkeuriger ja tegen sommige aanvragen zeggen, maar ook nee tegen andere. Want daar was ik dan niet van. Zei ik toch ja, dan bleef het knagen. Sommige coachingsvragen zijn knagende vragen. Die knagen soms harder dan een eekhoorn aan de voet van een hoge boom.
Coachingsvragen leiden vaak tot hard innerlijk werken. Coachingsvragen laten je werken aan jezelf, zorgen ervoor dat je eindelijk een sluimerend conflict aangaat, dat je naar je diepere drijfveren gaat graven, dat je – in contact tredend met je omgeving – nieuw gedrag uitprobeert… Dat klinkt niet alleen vermoeiend; dat is ook vaak vermoeiend. Op vakantie bedacht ik: er zijn ook mensen die niet aan zichzelf werken. Zouden die mensen zich ook niet ontwikkelen? Kun je wel niet-ontwikkelen? En: kun je ook aan jezelf werken juist door niets te doen? Dat vroeg ik me af terwijl ik naar de eekhoorn keek deze zomer. En toen bedacht ik in de hangmat een nieuwe coachingsvraag: wie ben ik, als ik niets doe…?
Guido van de Wiel (www.wheelproductions.nl) is schrijver en ghostwriter van managementboeken, verbonden aan Verdraaide organisaties en vaste coach bij Rotterdam School of Management. Hij is meerdere malen genomineerd als Trendwatcher of the Year en stond eind 2014 met twee boeken in de top 10 vanwww.managementboek.nl.
Deze blog is eerder verschenen in het e-zine van het Tijdschrift voor Ontwikkeling in Organisaties.